Atoxoplasmose

Deze ziekte komt voor bij verschillende soorten vogels, maar wordt vooral gezien bij zangvogels. Bij deze vogels wordt de ziekte ook wel dikke-leverziekte genoemd. De lever raakt vergroot en bol.

Omdat de huid bij kleine vogeltjes zo dun en transparant is schemert de lever door de huid heen, halverwege de buik is dan een grote donkere vlek te zien.


De ziekte wordt veroorzaakt door Atoxoplasma serini, dit is een ééncellige parasiet die verwant is aan coccidiën.

In tegenstelling tot de coccidiën die vooral in de darm problemen geven, zit A. serini op meer plekken in het lichaam.


Het begint in de bloedcellen en verspreidt zich zo naar andere organen waaronder lever, milt en darmen.

Volwassen vogels kunnen drager zijn van de parasiet en zelf geen of weinig verschijnselen laten zien. Wel zitten er in de ontlasting oocysten (een soort ei-pakketjes) waardoor ze andere vogels en hun jongen kunnen besmetten.


Jonge vogels ontwikkelen vaker ziekte na besmetting. De verschijnselen zijn vaag. De vogels vermageren wat, zitten bol en kunnen diarree hebben. Vaak kan de vergrote lever door de buikhuid gezien worden als een donkere vlek. Jonge vogels kunnen acuut ziek worden en bij een ernstige infectie kan zelfs 80% sterven.


Behandeling wordt bemoeilijkt doordat de parasiet ook op plaatsen gaat zitten waar geen of weinig toegang is tot medicatie (zoals pezen en gewrichten). Na het stoppen van de kuur kan het dan ook weer terugkomen, doordat de onbereikbare parasieten zich weer gaan vermenigvuldigen.

Besmetting vindt plaatst doordat de vogel oocysten opneemt.

Deze worden door zieke vogels met de mest uitgescheiden. 


Diagnose

Dit is lastig omdat zieke vogels niet iedere dag de oocysten in de ontlasting hebben zitten.

Deze worden wisselend uitgescheiden, en met ontlastingsonderzoek zal de diagnose dus niet altijd gesteld kunnen worden.

De beste manier om de ziekteverwekker te vinden is om bij dode vogels de lever en milt te bekijken. Onder de microscoop kunnen de parasieten gezien worden in cellen van deze organen.

Ook het beeld van de dode vogel kan al een sterke verdenking op de ziekte opleveren.


Behandeling

Dit gebeurt met medicatie die de parasieten doodt, het probleem is echter dat de vogels gemakkelijk opnieuw besmet worden, en dat het moeilijk is de parasiet compleet uit te roeien.

Een manier van behandelen waarbij goede resultaten worden gezien, is het 2 dagen per week behandelend van de vogels, er wordt vervolgens 5 dagen rust genomen.

Dit wordt gedurende 2 maanden herhaald.


Op deze manier is de kans het grootst de invloed van de parasiet kwijt te raken.

Daarnaast is uiteraard een goede hygiëne in de hokken erg belangrijk.

Dit voorkomt dat de vogels veel oocysten kunnen opnemen en zich zo continue herbesmetten. Ondanks een uitgebreide behandeling is het moeilijk om de parasiet compleet uit een volière weg te krijgen.